Voor de tweede wereldoorlog werd het vervoer veelal door bak-en transportfietsen geregeld. Ook motorcarrieërs zijn vanaf de jaren dertig al te zien in het straatbeeld.

Na de tweede wereldoorlog veranderd er wat, de hulpmotor doet z’n intrede, fietsen worden uitgerust met deze hulpmotor en zo ook de bakfiets. JLO heeft zo’n mooi motortje gemaakt voor op de bagedrager, de “biefstukwarmer”.

De fiets met hulpmotor wordt een bromfiets en zo komt dan ook de brombakfiets op de markt.

Gazelle rijwielfabrieken in Dieren beginnen een afdeling in Aalten waar alleen transportvoertuigen gemaakt worden. Dat zijn transportfietsen, bakfietsen, bakbrommers, motorcarriërs en vierwielige transportvoertuigen.

Deze afdeling heet Truckbouw.

In het midden van de jaren 60 fuseren Gazelle en Batavus. Batavus trekt bij Gazelle in en samen bouwen ze identieke bakbrommers, ieder met het eigen embleem.

Het gaat om de H.M.C. 303, een zwenkbak en de H.M.C. 707, de eerste bakbrommer met fuseebesturing.
 

Gazelle monteerd een Minarelli motorblok en Batavus monteerd JLO. Ook de typegoedkeurnummers zijn verschillend, voor Gazelle was het D5028 (vanaf 1965) en voor Batavus D6031 (vanaf 1966).

Na een paar jaar wordt de fusie gestopt, Gazelle gaat door in Aalten en komt met een nieuw model bakbrommer, de H.M.C. 703, het typegoedkeurnummer is D8111.

In 1969 gaat dit model in produktie, het is een bakbrommer met fuseebesturing. Het is het model met de vierkante hoofdbuis. Deze bakbrommer krijgt eveneens een Minarelli drieversnellings motorblok, hand geschakeld.

In 1976 wordt de transport afdeling van Gazelle overgenomen door Accles en Pollock, waar de naam Apollo vandaan komt.